Nemanja Gudelj stond in het Champions League-duel tegen Rapid Wien voor het eerst in de basis bij Ajax en hoopt dinsdag, in het weerzien met de Oostenrijkers, weer belangrijk te zijn. Voor het bereiken van de play-offs moet alles wijken, zo oordeelt de van AZ overgekomen middenvelder. Het is de week van de waarheid.
De overstap van AZ naar Ajax is Gudelj ‘heel erg goed’ bevallen. “Ajax is in alle opzichten een topclub. Dat is overigens geen diskwalificatie van AZ, want daar was ook alles goed geregeld en heb ik het fantastisch naar mijn zin gehad”, aldus de Servisch international in De Telegraaf.
Gudelj had in de voorbereiding niet meteen een basisplaats en dat zorgde voor verbazing bij de supporters. Daar wil hij zich echter niet mee bezig houden. “Het is aan mij om mijn vorm van AZ door te trekken en mezelf verder te ontwikkelen.” Gudej wil daarnaast zo veel mogelijk wedstrijden spelen en prijzen winnen. “Want uiteindelijk is dat een van de redenen waarom ik naar Ajax ben gekomen. Vanzelfsprekend is het aan de trainer of hij me in de basis zet.”
Bron: De Telegraaf
Zo opvallend vond ik hem verleden week niet
Komt helemaal goed met die jongen. Is strijdbaar en laat zich niet van de wijs brengen..gaan we veel plezier aan beleven de komende jaren!
Inderdaad, Bobby!!
helemaal mee eens niet iedereen speelt gelijk 1e week vol zenuwe sterre van de hemel! als die eenmal ritme bij ajax heeft is het een beet 100%
Jammer van zijn misser in Wenen, Ajax gaat nog veel plezier van hem krijgen!
Goed verwoord van Gudelj! Met zo’n houding staat hij er snel en is hij net zoals Bazoer een BAAS!!
Ik vond hem niet gretig genoeg hopen dat hij morgen wel laat zien waar voor hij gehaald is!!
gudelj is warrior klaar ik ben blij dat hij er is!
Grote stap heb je gemaakt om bij Ajax te voetballen jouw volgende stap is na een Europese top club
Als Ajax nou gewoon weer een Europese topclub wordt, kan Gudelj gewoon blijven 🙂
laat t morgen maar alvast zien
Dit is er zo eentje die je er heel goed bij kunt hebben!
Daar zit een prima kop. Laat het morgen maar zien