Ajax is financieel kerngezond en op nationaal niveau de laatste jaren buitengewoon succesvol. Toch blijft de aansluiting met de Europese top uit. Met name enorme financiële verschillen houden een terugkeer van Ajax op het hoogste schavot van het internationale podium tegen.
Ook dit seizoen lijkt Ajax aan een kansloze missie te beginnen in de Champions League. In de groepsfase zijn FC Barcelona, Paris Saint-Germain en APOEL Nicosia de tegenstanders. De Spaanse en Franse club werken met een veelvoud van de begroting van Ajax en weten jaar in jaar uit sterspeler na sterspeler aan te trekken. Daar ligt het grote verschil met Ajax, dat vrijwel elk seizoen zijn beste spelers juist ziet vertrekken.
“Wij kunnen simpelweg geen grote aankopen doen, zoals Europese topclubs”, trapt Wim Jonk, lid van het technisch hart van Ajax, af in gesprek met Voetbal International. “Geld is er wel, maar in het verleden is gebleken dat veel aankopen niet succesvol waren. Wij doen het nu al een paar jaar op een andere manier, met zelfopgeleide spelers. En waar nodig aanvullen met jongens van buitenaf. Maar zo min mogelijk. Daar houden we aan vast.”
“Breedteaankopen doen we hier niet meer, dan kiezen we altijd voor eigen spelers. Wij kijken naar jongens die je elftal echt beter maken, als we zo’n speler nodig hebben. Dan gaat het erom: wie is beschikbaar? En daarnaast moeten spelers ook willen komen. Wij raken niet in paniek als dit soort spelers niet voorradig is. Nationaal doen wij het heel goed en internationaal willen wij natuurlijk ook een stap maken. Dat wil je sowieso elk jaar, stappen maken in je spel en prestaties”, aldus Jonk tegenover VI.