Johan Cruijff vindt het niet zo heel erg dat Ajax de beker niet wist te pakken ten kosten van PEC Zwolle. Dat schrijft hij vandaag in zijn wekelijkse column in De Telegraaf.
‘Eigenlijk is de nederlaag tegen PEC een geschenk uit de hemel’, aldus Cruijff. ‘Daarom ben ik eigenlijk blij met de afstraffing tegen PEC. Omdat heel veel zaken nu wel duidelijker dan ooit aan de oppervlakte zijn gekomen. Een beter voorbeeld van hoe het niet moet, kan je niet bedenken.’
Cruijff wijst vooral op de taken van een speler. ‘ Iedere speler heeft die en moet eerst zorgen dat dit goed wordt ingevuld. Voor de spits is dat het besef dat hij de eerste verdediger is. Als ik dan zie dat zowel tegen PEC als bij Jong Ajax en Ajax B1-Liverpool B1 de spits met de rug naar de situatie loopt, dan moet er nog een serieus probleem worden getackeld.’
Cruijff doceert: ‘Omdat de omschakeling, waar ook op het veld, snel en direct moet gebeuren. Dus zodra de keeper van de tegenpartij de bal heeft, moet de spits niet bij hem weglopen, maar meteen druk zetten. Hetzelfde geldt voor de verdediger. Die is weer de eerste aanvaller, dus moet die bij balverlies niet achteruit, maar vooruit lopen. Een heel simpele taak, helaas wordt die in diverse elftallen niet of onvoldoende uitgevoerd.’
Volgens Cruijff zijn tegen PEC veel Ajacieden door de mand gevallen. ‘Omdat negentig procent niet gedaan heeft wat gedaan moest worden’, oordeelt Cruijff. ‘Je mag dan een basisplaats in het eerste hebben, dat wil nog niet zeggen dat je er dan bent. Als je ziet dat de meeste spelers niet eens vanuit een taak kunnen spelen, dan kan het geen kwaad dat ze een keer keihard met de neus op de feiten worden gedrukt. Hopelijk doet Ajax er alsnog zijn voordeel mee.’
Tekst: AD Sportwereld