Wanneer Lerin Duarte vanavond met Ajax in Oostenrijk aan de aftrap staat voor de return tegen Red Bull Salzburg, zit de Ajacied nog vol revanchegevoelens. De 23-jarige linkspoot werd in het Europa League-duel overlopen en gewisseld. Tegen AZ volgde herstel. Vanavond is er hoop. ‘We zullen er keihard voor moeten vechten. Wie weet wat we er nog uit kunnen halen.’
Van brokkenpiloot tot stuntvlieger, in drie dagen tijd. Lerin Duarte was vorige week donderdag hét symbool van de mislukking in de Europa League-wedstrijd tegen Salzburg. Het publiek in de Arena begeleidde zijn wissel met cynisch applaus. Drie dagen later kwam de revanche tegen AZ toen Duarte twee keer scoorde en tot man van de wedstrijd werd uitgeroepen.
‘Het was fijn dat we iets recht konden zetten, ook voor mezelf. Altijd lekker om twee goals te maken’. Duarte vindt dat hij ‘met de reactie van het publiek moet leren omgaan’. ‘Ik denk dat fans van mij meer verwachten, omdat ik een aankoop ben. Ik moet naar mezelf kijken. Als je dat doet, krijg je vanzelf wel waardering.’
‘Ik ben natuurlijk geen linksback, maar ik sta waar de trainer me neerzet en probeer dan alles te geven’, zegt Duarte, die vanavond in Salzburg bij afwezigheid van Serero (lies) als middenvelder aan de aftrap staat.
De 3-0 achterstand lijkt onoverbrugbaar. ‘We zullen er tegen Salzburg keihard voor moeten vechten. Wie weet wat we er nog uit kunnen halen.’ Na het vertrek van Christian Eriksen betaalde Ajax deze zomer 2,5 miljoen euro aan Heracles voor Duarte, ooit één van de grootste talenten van Sparta. Zijn voormalige trainer Aad de Mos vergeleek hem al met Edgar Davids (‘Maar dan een nog betere voetballer’). Vanwege het fysieke, het gif en zijn stijl. ‘Ik ben niet bij Ajax gekomen om de nieuwe Eriksen te worden’, verduidelijkt Duarte.
‘Ik ben ook links, neem vrije trappen en corners, maar ik ben natuurlijk een ander type voetballer. Meer fysiek, duelkracht en misschien meer verdedigend ingesteld.’ En hij kan lekker koppen. ‘Dat is iets wat veel mensen niet weten. Ik ben klein en daarom word ik vaak vrij gelaten. Maar ik kan best hoog springen. In de jeugd scoorde ik meer met mijn hoofd dan met mijn voeten.’
Bron: AD Sportwereld