Heini Otto viert dit seizoen een bijzonder jubileum. De 59-jarige trainer is aan zijn twintigste voetbaljaargang bij Ajax bezig. In al die jaren bekleedde hij vele functies. Van assistent-coach bij het eerste elftal tot ambassadeur van sociaal-maatschappelijke project Ajax StreetWise.
Heini Otto belandde in 1994 op voorspraak van toenmalig hoofd opleidingen Co Adriaanse bij Ajax. Otto graaft in zijn geheugen en gaat terug naar het moment waarop hij aan zijn dienstverband in Amsterdam begon. ,,Adriaanse kwam destijds met Hennie Henrichs bij mij thuis geweest en al snel daarna was alles beklonken. Hoewel ik daarvoor een fantastische tijd had bij ADO Den Haag, waarvan zeven jaar als speler en twee als trainer, hoefde ik niet lang na te denken over het voorstel van Ajax. Toeval of niet, mijn laatste wedstrijd als trainer van de B’tjes van Den Haag was tegen Ajax in de finale om het kampioenschap, die we in het Philips Stadion verloren met 4-0.”
Het overigens scheelde een haar of de sympathieke Amsterdammer was al in 1975 Ajacied geworden. Moeizame onderhandelingen tussen Otto’s club FC Amsterdam en Ajax , maar ook zijn loyaliteit voorkwamen dit. ,,Sjaak Swart belde mij destijds met Pinksteren op om te zeggen dat Ajax interesse had”, herinnert hij zich nog goed. ,,Ik kreeg toen een heel goed contract aangeboden, maar had net een driejarig contract getekend bij FC Amsterdam. En om stennis te maken zag ik niet zitten, dus ik ben uiteindelijk gewoon gebleven. Verder kwamen de clubs er niet uit. Enige tijd later heb ik ook nog met Tomislav Ivic (oud-trainer van Ajax, red.) gesproken. Zijn truc was altijd te zeggen dat ik te langzaam was, om zo de prijs te drukken.”
Het afketsen van de transfer is tekenend voor Otto, die loyaliteit hoog in het vaandel heeft staan. Hoewel het voor hem iets vanzelfsprekends is. ,,Ik heb dat ook van huis uit meegekregen. Mijn vader heeft bijvoorbeeld 51 jaar lang voor dezelfde baas gewerkt.” Bovendien is de familieman al ruim 34 jaar gelukkig getrouwd met Carla, met wie hij twee dochters heeft, Angela en Dinah.
Nadat Otto drie jaar lang de B-junioren van Ajax onder zijn hoede had, nam zijn loopbaan in 1997 een onverwachtse wending. ,,Ik werd namelijk gepolst voor het assistent-trainerschap bij het eerste elftal. Daaropvolgend heb ik eerst kennisgemaakt met trainer Morten Olsen om te kijken of het klikte. Ik ben toen op een woensdag naar hem toegereden in België en daar klikte het vanaf de eerste minuut dat ik de auto uitstapte. Morten was een fantastisch mens om mee samen te werken. Hij kon goed omgaan met mensen, was tactisch sterk en liet mij ook helemaal vrij in mijn rol. We hadden ook heel veel succes en wonnen de dubbel met fantastische spelers als Michael Laudrup, Danny Blind, Jari Litmanen, Frank en Ronald De Boer, Shota Arveladze, Edwin van der Sar en Dani.”
Uiteindelijk werd Otto tussen 2000 en 2002 als hoofdtrainer gedetacheerd bij het later ter ziele gegane HFC Haarlem. ,,Dat was een geweldige tijd en een fantastische ervaring. Ik had niet verwacht dat het zo leuk zou zijn.” Het avontuur in de Spaarnestad eindigde echter aan het einde van zijn tweede seizoen abrupt doordat zijn hart uitgerekend hem in de steek liet.
Na een lange revalidatie, waarin Otto naar eigen zeggen ontzettend veel steun kreeg van mensen binnen en buiten de club maar bovenal van zijn familie, werd hij in 2004 trainer van Ajax D2. Daar begeleidde hij onder meer Dennis Bergkamp bij zijn eerste schreden in het trainersvak. Al wuift Otto dat snel weg. ,,Dennis had zo veel ‘know how’. Die hoefde ik weinig wijs te maken. Het was in elk geval een geweldige jongen om mee te werken.”
Vier jaar lang was Otto met veel plezier trainer van de D-pupillen. Hierna wachtte hem een nieuwe uitdaging, die hem tot op de dag van vandaag op het lijf is geschreven. ,,Ik heb nu een ondersteunende rol en ben overal inzetbaar. Ik houd me bezig met onder meer Ajax StreetWise – een geweldig project van hoofdsponsor Aegon en adidas in samenwerking met de Ajax Foundation met als doel basisschoolkinderen op een maatschappelijk verantwoorde wijze in aanraking te laten komen met Ajax en voetbal. En dat vind ik prachtig, met kinderen werken. Verder ben ik op wedstrijddagen van het eerste elftal betrokken bij de sponsorronde. Ook sta ik nog twee, drie keer per week op het veld bij de jeugdelftallen. Ik heb dus een veelomvattende rol.”
De naam van Otto, die zowel als voetballer en trainer een zeer verdienstelijke loopbaan opbouwde, blijft ook nauw verweven met die ene vermakelijke anekdote uit zijn spelersloopbaan. Het leverde hem overigens wel een interland op. ,,Ik bracht mijn ploeggenoot Jan Jongbloed van FC Amsterdam naar Schiphol en stuitte toen op bondscoach George Knobel. Die zei vervolgens: Willem van Hanegem komt niet vanwege een miscommunicatie, dus kun jij niet mee naar Joegoslavië. Ik heb toen met Pim van de Meent als een speer mijn spullen opgehaald en niet veel later zat ik in het vliegtuig naast Johan Neeskens, mijn grote idool. Het is dat ik later zelf heb bedankt anders had ik heel veel interlands gespeeld”, grapt de eenmalig international.
,,Tijdens bijeenkomsten van Ajax StreetWise gebruik ik deze anekdote vaak naar de kinderen toe. Tegen hen zeg ik ook altijd dat ik van de zwart-wit beelden ben.” Het is die scherpe Amsterdamse humor waarom Otto bekendstaat. Al wisselt hij dit af met een heel gevoelige kant die een echte Jordanees betaamt. ,,Ik ben gelukkig met wat ik mag en kan doen. Daarvoor ben ik Ajax heel dankbaar.”
Tekst: Ajax.nl