Soms zit het wel eens tegen. Afgelopen paasweekend stond voor mij in het teken van de bachelor van één van mijn beste vriendjes. Een vrijgezellenweekend dus. Welnu, dat vriendje is geboren in Rotterdam en zodoende fervent feyenoorder.
Dat levert doorgaans voer tot discussie op. Hoewel, de laatste jaren is er van discussiëren maar weinig sprake. Het is overwegend éénrichtingsverkeer. De laatste keer dat ik me gewonnen heb moeten geven was het seizoen van de DVD-release van feyenoord. In de play-offs werd dat foutje echter op indrukwekkende wijze weggepoetst. Met een huilende Dirk Kuyt als smakelijk toetje.
Maar terug naar afgelopen weekend. Één van de activiteiten was een bezoek aan de Kuip. Achttien toegangsbewijzen voor feyenoord-Heracles waren geregeld. En dus zat ik, een Ajacied in hart en nieren, op een stoeltje in de kuip. Immers, voor één van je beste vrienden zet je – voor even – je principes opzij. Pech voor mij: Ajax speelde die dag ook. Ik had op de terugweg nog maar nauwelijks Langs de Lijn aangezet, of het stond al drie nul. Lekker dan. Ben ik er een keertje niet, geven ze in de Arena een showtje weg. Sterker nog, ik zat in het stadion van de aartsrivaal. Maar vooruit; laat ik er eens een aantal dingen over zeggen.
In algemene zin voelde het nogal ongemakkelijk. Het idee dat men ‘het aan je ruikt’ kon ik niet onderdrukken. Daar komt dan nog eens bij dat bij voor veel feyenoorders de haat tegen ‘020’ groter is dan de liefde voor de eigen club. Kortom: Ik voelde me niet bepaald op mijn gemak. Een positief punt is absoluut de atmosfeer. Dat het Legioen nogal timide is (negentig minuten niet of nauwelijks gehoord) kan ik me gezien de huidige prestaties nog wel voorstellen. Het is namelijk niet best wat je er voorgeschoteld krijgt. Ook al was het ‘maar’ Heracles en werd er ruim gewonnen, het spel van feyenoord word je niet bepaald warm van.
Maar: de algehele voetbalsfeer die er hangt is best lekker. Immers, een broodje betaal je gewoon met euro’s. De stadionspeaker keuvelt er vrolijk op los. Er worden geen irritante housedeuntjes voor, tijdens of na de wedstrijd gespeeld om het publiek op te zwepen (hoewel dat vandaag geen gek idee zou zijn geweest). Je voelt aan alles dat het een CLUB is. Niet het soort club waar ik voor val, maar wel één die door de aderen van de stad stroomt. En daar heb ik respect voor. Best een aardig uitje dus, zo’n middagje feyenoord kijken. Ondanks dat het niet voor herhaling vatbaar is. Daar ben ik toch te veel Ajacied voor.
De volgende dag ben ik mijn schuldgevoel gaan wegsupporteren door naar de training van Ajax te gaan. De basiself deed het rustig aan. Na de tornado van zondag hadden ze dat ook wel verdiend (althans, zo leek het in de samenvatting…).
Bij het uitkomen van Noord B zei ik met mijn meest schuldbewuste stem ‘Goedemorgen’ tegen Marco. Hij keek me raar aan. Alsof ook hij had geweten dat ik voor één dag had geheuld met de vijand.
Ik wil hem en de rest van de club dan ook mijn excuses maken. Het zal niet meer voorkomen.
Willem Schungel, clubreporter Ajax.
Bron: sportwereld.nl