Rustig blijven en wachten op je kans. Dat past volledig in het karakter van Klaas Jan Huntelaar. Het hielp hem de afgelopen weken in zijn doorbraak bij Real Madrid. Sinds een paar weken is ‘de Hunter’ los. De oud-Ajacied maakte reeds acht treffers in 678 speelminuten voor de ‘Koninklijke’. Een gemiddelde van een doelpunt elke 85 minuten. Daar kan geen voetballer in Spanje aan tippen.
„In Nederland scoor je even moeilijk als in Spanje.”
Huntelaar moet met Dirk Kuijt uitvechten wie de nieuwe centrumspits van Oranje is. „Kuijt is niet echt een centrumspits. Ik heb over de opstelling tegen Schotland een goed gevoel”, zei Huntelaar gisteren in een zaaltje van hotel Huis ter Duin, waar een dag eerder nog een bewoner van het hotel lag opgebaard voor een condoleancebijeenkomst.
Crisiskop
Begin dit jaar zag het er nog somber uit voor Huntelaar. De aankoop van 27 miljoen euro werd nauwelijks ingezet. Rond 9 februari publiceerde de sportkrant AS zelfs een bericht met de crisiskop dat Huntelaar al weer weg wilde uit Madrid. Dat bestrijdt hij nu met klem. „Ik ben niet naar Real gegaan om snel weer te verkassen. Ik vond toen wel dat ik meer speeltijd nodig had om wat te bewijzen. Ik viel vaak de laatste tien minuten in. Dan kun je weinig laten zien.”
De beslissing van Real om hem niet in te schrijven voor de Champions League was een teleurstelling voor Huntelaar, maar verraste hem niet. De Spaanse kampioen mocht slechts één speler die tijdens de winterstop was aangekocht opgeven voor de rest van het seizoen. „Er waren wat middenvelders geblesseerd, dus het was logisch dat de keuze op Lassana Diarra viel. Trainer Juande Ramos zei wel dat ik bij de hervatting van de Champions League meer aan spelen zou toekomen. ‘En dan ligt het aan jezelf hoe het verder gaat’, voegde hij eraan toe.”
Niet makkelijk
Huntelaar greep zijn kans. Na SC Heerenveen en Ajax, waar hij vorig seizoen met 33 doelpunten topscorer van de eredivisie werd, scoort hij ook bij Real Madrid. Het lijkt of het hem even gemakkelijk afgaat, terwijl de verdedigers toch van een ander kaliber moeten zijn. „Er zijn niet echt heel grote verschillen”, meent hij. „Je moet ook niet denken dat het in Nederland zo makkelijk is om te scoren. Ik zoek altijd naar een bepaalde situatie, waar ik van tevoren op inspeel. Dat kan in de Primera Division net zo goed als in Nederland. Het is misschien iets moeilijker, maar daar groei je in. Soms plaatst iemand ongezien een elleboog in je lichaam. Dat hoort erbij.”
Bron: NRC Handelsblad