“Al bij het warmlopen merkte ik dat er iets vervelends stond te gebeuren”, was Jan Vertonghen na afloop van de sessie nog vol ongeloof. Bij het passeren van de fans, die op dat moment nog keurig áchter het hek stonden, kregen de Ajacieden allerlei verwensingen naar het hoofd geslingerd. Marco van Basten stevende op de oproerkraaiers af en ging de dialoog aan.
“Dat ze ons zakkenvullers vinden, vind ik prima, maar dat Evander Sno, Luis Suarez en Miralem Sulejmani allerlei ziektes toegewenst kregen, is niet normaal”, zei speler Urby Emanuelson later over de spreekkoren. De middenvelder toonde zich uiteindelijk de ‘dapperste strijder’ van allemaal. Op het moment dat de F-siders het veld betraden, fotografen en cameramensen bedreigden vóóral geen herkenbare beelden te ‘schieten’ en een gesprek eisten met trainer en spelers, stapte Emanuelson met Van Basten en Witschge naar voren.
“Het leek me het verstandigste ze te woord te staan. Uit respect, maar ook omdat het de enige manier was om uiteindelijk verder te kunnen trainen”, aldus de speler, die tegen Heracles door Van Basten in zijn hemd werd gezet en na veertig minuten kon douchen. “Ik heb wel gezegd dat ze ons niet eerst moeten uitschelden en daarna willen praten. Daarvoor hebben ze ook hun excuses gemaakt. Eigenlijk waren we het snel eens: het gaat niet goed.”