Als je in Amersfoort in een verzorgingstehuis geruisloos de laatste fase van je leven inglijdt, loop je binnenkort de kans vette pech te hebben. Als je je eigen familieleden niet meer herkent, omdat ze nou eenmaal niet meer zo heel vaak op bezoek komen, maar je niet meer kunt vragen wie ze zijn of wie jíj bent, dan is de kans groot dat je de Kerst niet haalt. Je dementeert weliswaar swingend richting je laatste rustplaats, maar je zou die “final curtain” eigenlijk het liefst nog even willen uitstellen. Want je zit droog, krijgt redelijk regelmatig te eten en hebt toch echt gedroomd dat het voetbal spoedig weer eens bij de NOS terugkeert.
Genoeg reden om nog even verder te leven, mijmer je op oneindig lange en druilerige herfstavonden. Maar helaas is communicatie voor jou niet meer mogelijk, want een vermoeiend leven vol stress, sigaretten, het hersencelverdampende Hart van Nederland en ander onmenselijk leed als vriendschappelijk interlandvoetbal bij hetzelfde SBS6, deden je verworden tot onnozel blij kasplantje, met driemaal daags een dampende pamper.
Sinds je ooit je geld voor een wedstrijd van Ajax op het Amsterdam Tournament terug vroeg, heb je het schemerigste bovenkamertje, aan het eind van de donkerste gang. Dat de verpleging je grinnikend aanspreekt met “Advizeur Bökenood” heb je nooit écht willen begrijpen. Je schudt “nee” als “ja” van je verwacht wordt en andersom. Je bent dus nét te laat om even te laten vastleggen dat je graag gereanimeerd wilt worden, in geval dat je einde schokkend nabij is. Daar moet je om vragen, daar in Amersfoort, anders laten ze je gaan. Als je dat niet meer kunt is dat erg jammer voor je.
Reden te meer om iemand, die deze week bewust schreeuwt om reanimatie, wél meteen te helpen. In Amsterdam Zuidoost bijvoorbeeld. Daar roept een kleine Braziliaan wanhopig om…
Lees verder op: RonSchiltmans.nl