Vorige week heb ik 2007 met een behoorlijk kritische column afgesloten. Voor alle duidelijkheid, met mijn kritiek probeer ik het toch vanuit het positieve te benaderen. Daarvoor gaat het Nederlandse voetbal me teveel aan het hart.
Zo is in mijn ogen één van de grote fouten het afbakenen van alle functies binnen de clubs geweest. Neem een jong talent. Daarover oordelen vandaag de dag de technisch directeur, de hoofdtrainer, de directeur opleidingen en de trainer van zijn elftal. Als twee mensen al moeite hebben om elkaar te begrijpen, dan maak je het met vier meningen er helemaal niet gemakkelijker op.
In de tijd dat ik hoofdtrainer was van Ajax en Barcelona, zaten de hoofd opleidingen en de hoofd scouting gewoon in mijn staf van het eerste elftal. Zo was bij Ajax Tonnie Bruins Slot niet alleen één van mijn assistenten, hij was ook hoofd opleidingen. Bij Barcelona had Charly Rexach zo’n dubbelrol. Het voordeel was, dat er zo korte lijnen waren vanuit het A-elftal naar alle geledingen binnen de jeugdopleiding.
Verder zorgde ik er bij Ajax voor dat iedere jeugdtrainer betrokken was bij twee elftallen. Zoals alle elftalleiders tegelijk scout waren. Omdat juist dergelijke mensen, die jarenlang bij Ajax gespeeld hadden en later langs de lijn hadden gestaan, vaak beter dan wie dan ook de norm voor de top in kunnen schatten.
Maar omdat er zonodig geprofessionaliseerd moest worden, is dit zo’n 10, 15 jaar geleden allemaal losgelaten. Niet alleen bij Ajax, maar ook bij veel andere Nederlandse clubs. Daar ligt ook de wortel van ons huidige probleem, dat geresulteerd heeft in een situatie waardoor welgeteld één club in de UEFA Cup mag overwinteren.
Door het in vakken stoppen van allerlei technische taken, is een wezenlijk onderdeel van de opleiding aangetast. Omdat daarvoor een beleid op lange termijn nodig is, zoals er voor het eerste elftal weer een korte termijn visie geldt. Maar tegenwoordig zie je veel trainers de jeugdopleiding juist gebruiken om hogerop te komen, dus is het verloop groot. Dat ondermijnt weer het beleid op de lange termijn.
Maar dat niet alleen. Daardoor zijn negen van de tien jeugdtrainers ook alleen met hun eigen elftal bezig. Zo is een situatie, waarin trainers en elftalleiders gezamenlijk bezig waren om een talent optimaal voorbereid bij de A-selectie af te leveren, veranderd in een situatie waar ieder voor zich bezig is. Met als gevolg, dat je nu spelers op het hoogste niveau rond ziet lopen, die niet weten hoe ze aan de binnenkant moeten dekken of hoe ze bij balbezit en balverlies moeten omschakelen.
En dan heb ik het alleen nog over de technische kant van het verhaal gehad. Kijken we naar de totale organisatie van de meeste Nederlandse clubs, dan springen de tranen in je ogen. En als het bovenin niet goed zit, dan blijven de resultaten ook uit. Omdat maar weinig beleidsbepalers zich afvragen of ze eigenlijk wel goed bezig zijn, blijft alles zoals het is.
Helaas liegen de feiten niet.
Column: Johan Cruijff