Behoedzaam duw ik Sjakie Wolfs in zijn wagentje door de donkere gangen van de Amsterdam ArenA. De laatste dag van het jaar. Er zijn gelukkig nog maar weinig mensen. Onder Sjakie’s dekentje een splinternieuwe Derbystar. We gaan stiekem alle wedstrijdballen vervangen. Al moeten we 40 keer zo onopvallend mogelijk op en neer lopen, het zal ons lukken.
“Weet je dat we met dit prachtige merk alle Europacups hebben gewonnen?”, bromt Sjakie.
“Tuurlijk joh, waarom denk je dat we hier zijn?”, fluister ik in zijn oor. “Gelukkig kunnen we morgen eindelijk zeggen dat het contract met Adidas volgend jaar afloopt. Het waren niet bepaald 10 succesvolle jaren.”
“Het wordt tijd dat Ajax weer ballen krijgt!”, mompelt de oer-Ajacied strijdlustig.
We willen vooral niemand wakker maken op de burelen van de ArenA, maar die kans is niet erg groot. Het Ajaxbestuur is al jaren in diepe rust en dus zullen we ook vandaag ongestoord onze gang kunnen gaan. Op de deur van Maarten Fontein een keurig briefje: “Ben even chinezen in Beijing. Zo terug”. Niemand bij Ajax durft de altijd vrolijke en aimabele directeur tegen te spreken en het motto is al tijden: “Wie in China is kan híer in ieder geval niet in de weg lopen.”
Plotseling zwaait de deur van het kantoor van John Jaakke open…
Lees verder op: RonSchiltmans.nl