Het Europese Hof van Justitie zet een streep door sommige Fifa-regels. Daarmee zal het transfersysteem in het voetbal zeer waarschijnlijk veranderen. Dat heeft mogelijk grote gevolgen voor Nederlandse clubs, en voor Ajax in het bijzonder, zo meldt onder andere Het Parool.
De uitspraak is het voorlopige slot van een slepend geschil tussen de Franse oud-profvoetballer Lassana Diarra, bijgestaan door de internationale spelersvakbond Fifpro, tegen wereldvoetbalbond Fifa. De Fifa-regels waarbij een speler met een doorlopend contract en een aankopende club enorme boetes riskeren, zijn volgens het EU-Hof in strijd met Europese wetgeving. Net als andere EU-burgers moeten voetballers gebruik kunnen maken van het vrije verkeer van personen. Daaraan kunnen beperkingen worden opgelegd, onder andere om een regulier verloop van voetbalcompetities te garanderen, maar de Fifa-regels gaan daarin veel te ver.
De precieze consequenties zijn nog onduidelijk, maar het betekent vermoedelijk een versterking van de positie van spelers en trainers, die makkelijker kunnen verkassen. Anderzijds kan het ook eenvoudiger worden voor clubs zich te ontdoen van tegenvallende werknemers. Ook de machtspositie van de Fifa en Uefa is in het geding.
Transferwindows blijven met deze uitspraak waarschijnlijk toegestaan maar de enorme boetes die de Fifa nu kan uitdelen in geval van contractbreuk zijn waarschijnlijk niet meer mogelijk. Die boetes zijn nu nog de oorzaak van de enorme transferbedragen die gangbaar zijn. De uitspraak roept herinneringen op aan het Bosmanarrest uit 1995. Vóór dat vonnis kon een club een transfersom eisen voor een vertrekkende speler, ook als de looptijd van zijn contract was verstreken. Het Europese Hof maakte daar korte metten mee; sindsdien kunnen spelers aan het einde van hun contract gratis verkassen.
Diarra speelde in 2014 voor Lokomotiv Moskou toen hij een conflict kreeg met de coach en weigerde te trainen. Dat beschouwde de club als contractbreuk. Enkele maanden later dacht Diarra een nieuwe werkgever te hebben gevonden in het Belgische Charleroi. Maar vanwege het ‘eenzijdig opzeggen’ van zijn contract gaf de Fifa Diarra een boete van 10,5 miljoen euro. Charleroi vreesde te moeten meebetalen. De Russische voetbalbond weigerde vervolgens het vereiste transfercertificaat te verstrekken, waardoor Diarra een seizoen lang werkloos was. Hij stelde nadien de Fifa-regels aan de kaak bij de rechter.
De Fifa wordt volgens vaste jurisprudentie beschouwd als EU-lidstaat, waarvoor EU-regels gelden. De advocaat-generaal van het Europese Hof concludeerde dit voorjaar al dat de bejegening van Diarra als EU-onderdaan op gespannen voet staat met Europese regels op het gebied van mededinging en het vrije verkeer van personen. Binnen de Europese Unie kunnen werknemers gaan en staan waar ze willen en hun baan opzeggen. Voetballers daarentegen kunnen enorme boetes en schorsingen krijgen voor het verbreken van hun contract.
Doordat het Europese Hof daar nu tegen in het geweer komt, zullen clubs mogelijk lagere transferbedragen gaan incasseren voor vertrekkende spelers. Dat kan ongunstig uitpakken voor Nederlandse clubs en zeker ook voor Ajax, bij uitstek een club die het moet hebben van de verkoop van (deels) zelf opgeleide spelers.
De huidige verschillen in financiële slagkracht tussen de Big Five (de competities in Engeland, Spanje, Italië, Duitsland en Frankrijk) en de rest van Europa komen vooral door de tv-gelden die clubs ontvangen. In de grotere competities zijn die vele malen hoger. Het bestaande transfersysteem tempert de verschillen enigszins, doordat een deel van vooral de Engelse tv-gelden via transfersommen vloeit naar clubs in landen als Nederland, België en Portugal. Als dat stopt door het instorten van de transfermarkt, kan het voor Nederlandse clubs nog lastiger worden om op Europees niveau te presteren.
Vermoedelijk komt de komende weken een internationaal overlegcircuit op gang, in de hoop voorafgaand aan het transferwindow van januari het bestaande transferstelsel aan te passen. In theorie kunnen er verschillende transferregimes komen: voor binnen én buiten de EU. De vraag is wel of dat in de praktijk werkbaar is.