Vooralsnog haalde Manchester United deze transferperiode drie spelers naar de club: Tyrell Malacia, Christian Eriksen en Lisandro Martínez. Alle drie hebben een Eredivisie-verleden, terwijl zowel Malacia (Feyenoord) en Martínez (Ajax) rechtstreeks uit Nederland overkwam. Op het lijstje namen die naar the Red Devils moe(s)ten komen prijken bovendien Frenkie de Jong, Jurriën Timber en Antony – ook allemaal ex-pupillen van Ten Hag bij Ajax. In de persconferentie daags voor het oefenduel met Crystal Palace van dinsdag, legt Ten Hag uit waarom hij zijn vizier niet op het binnenland gericht heeft.
“Ik zou dolgraag Engelse spelers willen kopen, maar ik denk dat er één criterium is: kwaliteit in combinatie met prijs. En het lijkt erop dat Engelse spelers nogal duur zijn. Het is iets wat je niet kan ontkennen. Aan het eind van de rit draait het om kwaliteit”, aldus Ten Hag. Manchester United was naar verluidt zeer geïnteresseerd in Kalvin Phillips (Leeds United, inmiddels Manchester City) en Declan Rice (West Ham United), maar beschouwde het duo als te prijzig.
Toch is ‘de koers van Britse spelers’ er een die Manchester United bij voorkeur volgt. Beleidsbepalers van de Engelse grootmacht spraken dat bij het aantrekken van Harry Maguire (87 miljoen euro, van Leicester City) en Aaron Wan-Bissaka (55 miljoen, Crystal Palace) drie jaar geleden uit.