Erik ten Hag was na afloop zelf tevreden over de tactische uitvoering van zijn team in de wedstrijd tegen PEC Zwolle (3-0 winst). De Ajax-coach keek met een positief gevoel terug op zijn besluit de opstelling te wijzigen naar een on-Ajax achtige 4-4-2. Kenneth Taylor en Mohammed Kudus vulden de flanken in, terwijl Dusan Tadic een vrije rol kreeg in de punt van de aanval, naast Sébastien Haller. ‘We hebben er een hele week op kunnen trainen. Ik denk bovendien niet zo in systemen. Uiteindelijk gaat het om de veldbezetting, daar moeten spelers creatief in zijn.’
‘Feitelijk zaten we op links niet vast. Over de rechterkant vond ik er wel heel weinig dynamiek in zitten. Daar heb ik geprobeerd aan te werken. Ik ben een realistisch man. Als een ploeg in de maanden februari en maart heel veel blessures krijgt, dan moet je werken aan de samenwerking in je ploeg. Er vallen dan veel automatismen weg.’
Vanaf de zijlijn gezien leek Ajax veelal toch gewoon met 3 man voorin te spelen. In de praktijk kwam Haller namelijk bijna continu uit als rechtsbuiten en speelde Klaassen als spits en Tadic op links. Soms werd er gevarieerd maar het leek allemaal nogal gekunsteld. Haller kwam op rechts nauwelijks, eigenlijk totaal niet, uit de verf. Kudus liep vooral veel in de weg in het centrum. De variant van Ten Hag was verrassend en maakte Ajax minder voorspelbaar maar om nu te zeggen dat het zorgde voor een geweldige veldbezetting en dat iedere speler op de voor hem beste plek stond; nee.
Of de variant voor herhaling vatbaar is? ‘We kijken naar de volgende wedstrijd en dan zullen we zien welk plan we gaan trekken. Als Mazraoui en Berghuis beschikbaar zijn, kan het zomaar zijn dat we met die twee op rechts gaan spelen’, aldus Ten Hag.
