Met het vertrek van Matthijs de Ligt naar Juventus ging Ajax deze zomer op zoek naar een verdedigende versterking. Ajax liet daarbij ook het oog laten vallen op Niklas Stark, zo meldt het Duitse Sport Bild. Tot een transfer kwam het uiteindelijk niet, daar directeur spelersbeleid Marc Overmars naar verluidt niet bereidt was de gevraagde 25 miljoen euro op tafel te leggen. Met de interesse van Borussia Dortmund en Borussia Mönchengladbach op de achtergrond haakte de Eredivisie-club af. Uiteindelijk werd Edson Álvarez voor vijftien miljoen euro aangetrokken, terwijl eerder al de linksbenige verdediger Lisandro Martínez voor zeven miljoen euro naar Amsterdam kwam.
De 24-jarige Stark werd opgeleid bij 1. FC Nürnberg en brak daar door op het hoogste niveau. Op jonge leeftijd verdiende hij een transfer naar Hertha BSC, dat drie miljoen euro voor hem betaalde. Stark groeide tot een vaste waarde bij de club uit Berlijn en bondscoach Joachim Löw haalde hem bij de selectie voor de wedstrijden tegen Nederland en Noord-Ierland, maar tot een debuut in Die Mannschaft kwam het tot dusverre niet. Beide duels keek hij negentig minuten vanaf de bank toe.
Goed gedaan nu hebben we er twee voor dat geld