Het heeft Kolbeinn Sigthórsson niet altijd meegezeten sinds hij AZ in de zomer van 2011 verruilde voor Ajax; de spits uit IJsland moest door blessures vaker dan hem lief was vanaf de zijlijn toekijken. Dit seizoen krijgt Sigthórsson pas de kans om echt te wennen aan het spel van Ajax.
De ploeg van trainer Frank de Boer werd sinds de komst van de centrumaanvaller wel tweemaal op rij kampioen van Nederland, maar met veertien en vijftien wedstrijden (en in beide seizoenen zeven doelpunten) in de Eredivisie was het aandeel van Sigthórsson in die titels niet bijster groot. Nu de international van IJsland weer fit is, heeft hij onder leiding van De Boer een basisplaats.
Daarbij wordt er veel van hem geëist. “Het makkelijkste zou natuurlijk zijn als ik voorin balletjes kon afwachten en afmaken, maar dat kan niet meer in het huidige voetbal”, erkent Sigthórsson in gesprek met Voetbal International. “Zeker niet in de filosofie van Ajax.” De aanvaller heeft het idee dat hij zich nog ontwikkelt. “Als spits van Ajax moet je heel compleet zijn. Nu ik verlost ben van mijn blessureverleden, kan ik daar dagelijks aan werken.”
Tekst: Voetbalzone