Hij hoopt de geschiedenisboeken in te gaan als de enige die op zijn 75e verjaardag het middelpunt is van een erewedstrijd. Over exact twee weken is het zover. Op woensdag 3 juli staat er een prachtige wedstrijd op het programma in het Olympisch Stadion. ‘Mister Ajax’ Sjaak Swart: ,,Dit is heel bijzonder.’’
Het is begin juni als Sjaak Swart van hot naar her beent in het restaurant van de Toekomst. De 74-jarige coryfee moet over een uur aantreden met Lucky Ajax, maar in gedachte is hij nog lang niet bij de wedstrijd tegen werknemers van hoofdsponsor Aegon. Daarvoor heeft hij momenteel te druk met iets anders: zijn erewedstrijd in het Olympisch Stadion op 3 juli, ter gelegenheid van zijn 75e verjaardag. Nog exact 27 dagen zijn er te gaan, maar nu al slokt zijn verjaardag zo veel energie op dat het hem soms te veel wordt. ,,Ik ben gebroken’’, fluistert hij tegen een bekende van hem. ,,Echt waar.’’
Terwijl sommige leeftijdsgenoten hun tijd doden achter de geraniums, is het net alsof Swart leiding geeft aan een miljoenenbedrijf, zo vol zit zijn agenda. Gevraagd naar een gaatje voor een interview, werd het dan ook even stil aan de lijn. Na enige bedenktijd kwam er een voorstel. ,,Donderdag spelen we met Lucky Ajax op de Toekomst. Kom dan maar even langs.’’
Donderdag, dat is vandaag dus. Nadat hij ploeggenoot Dennis Gerritsen van een paar voetbalschoenen heeft voorzien, gaat Swart er even bij zitten. Hoe druk hij het ook heeft, voor een gesprek over zijn erewedstrijd van aanstaande woensdag maakt hij tijd. ,,Het wordt een groot festijn’’, weet Mister Ajax. Voor hem, maar evenzeer voor de mensen op de tribune. ,,Ze zien spelers voorbij komen van 1956 tot nu. En dan hebben we het niet over kleine namen.’’
Ze zijn ongeveer met tachtig, de oud-voetballers die Swart heeft uitgenodigd. Hij somt er een paar op: ,,Litmanen, Van der Sar, Overmars, Cruijff, Bergkamp.’’ Dan nog enkele voormalige trainers. ,,Guus Hiddink, Morten Olsen, Leo Beenhakker, Ronald Koeman. Allemaal vrienden van me.’’
De man die begin zeventiger jaren driemaal de Europa Cup I won met Ajax, was meteen enthousiast toen werd voorgesteld om zijn verjaardag op deze wijze te vieren. Hij had alleen niet gedacht er zo druk mee te zijn. ,,Anderen doen ook veel, maar ik ben toch degene die alle spelers benadert. Ik heb hun nummers, de rest niet.’’
Ook terwijl Swart zijn verhaal doet, moet hij zich af en toe verontschuldigen. Dan ziet hij in zijn ooghoek een bekende die nog kaarten van hem krijgt. Of treft hij iemand die nog niet heeft gereageerd op een uitnodiging voor de erewedstrijd. ,,Wel doen, hoor.’’
Aan alles blijkt dat de oudgediende het maar druk heeft met zijn verjaardag. Maar alle moeite ten spijt, uiteindelijk is hij toch vooral verheugd met het evenement. ,,Werelds toch, dat er op je 75e verjaardag een erewedstrijd voor je wordt georganiseerd. Geen oud-speler die dat kan zeggen. Of ik hiermee de geschiedenisboeken in ga? Ik hoop het. Het is uniek en heel bijzonder.’’
Het zijn meestal voormalig ploeggenoten die bij dergelijke wedstrijden opdraven, maar in het geval van Swart is dat wat lastig. Het overgrote deel is te stram om nog een balletje te trappen. Mister Ajax daarentegen niet. Hij speelt nog altijd wedstrijden met Lucky Ajax en traint tweemaal per week met vrienden bij een club in Amsterdam. Zojuist stond hij nog op het veld, zegt hij. Of hij na deze training nog wel energie over heeft om tegen het team van Aegon te spelen? Genoeg, zegt hij. ,,Die training wil ik niet over slaan. Is me veel te leuk.’’
Het zijn de woorden van een liefhebber wiens hart nog altijd op het veld ligt. Swart: ,,Ik kan me voorstellen dat jongens na hun carrière zoiets hebben van: zo, nu heb ik wel genoeg van dat voetbal. Ikzelf heb dat nooit gehad. Ik ben verslaafd aan het spelletje.’’
Tekst: Ajax.nl