Ajax D1 heeft in het Olympisch Stadion de KNVB Beker gewonnen. Het team van Casimir Westerveld speelde vanaf de twintigste minuut in ondertal na een rode kaart voor aanvoerder Kees de Boer, maar won na verlenging wel met 3-2 van Volendam.
De vergelijking werd al snel gemaakt met de openingsgoal van de WK-wedstrijd Nederland – Duitsland in 1974. Ook toen had de opponent de bal nog niet aangeraakt of het stond al 1-0 door een doelpunt van Johan Neeskens (een penalty nadat Cruijff was gevloerd). Ajax D1 deed dat in het Olympisch Stadion dunnetjes over. Zonder dat Volendam de bal had gekregen, scoorde Quincy Nkansah al na een pass van Dani van Steijn. ,,Prachtig”, complimenteerde trainer Casimir Westerveld zijn ploeg. ,,De hele aanval van balbezit en voetballend van man tot man was mooi.”
Nadat aanvoerder Kees de Boer in de twintigste minuut in een reflex de bal met zijn hand had geraakt was de scheidsrechter onverbiddelijk. De Ajacied moest met een rode kaart van het veld en Volendam benutte de strafschop, 1-1. Daarbij bleef het in de reguliere speeltijd. In de verlenging kwam Ajax dankzij een mooie lob van Juan Castillo na een fraaie dieptepass op 2-1. Een moment van onachtzaamheid op het middenveld werd door Volendam afgestraft waardoor het 2-2 werd. Een zinderend slot in het steeds drukker wordende Olympisch Stadion – waar later voor de Copa Amsterdam gespeeld zou worden – leverde Ajax alsnog de beker op. Centraal verdediger Sven Botman, die de aanvoerdersband van Kees de Boer had overgenomen, kopte na een corner van Nkansah raak, 3-2.
Dolle vreugde bij de ploeg van Casimir Westerveld, die met de bekerwinst het officiële seizoen fraai beëindigde. ,,Het is mooi dat de jongens iets tastbaars overhouden aan dit seizoen. In de competitie werden we tweede, nu hebben we echt iets in handen. Dat is hartstikke mooi en dat verdienen ze ook. Over de hele wedstrijd is het terecht dat wij wonnen.”
Tekst: Ajax.nl