Met zijn openingsdoelpunt in de WK-kwalificatiewedstrijd tegen Schotland van afgelopen zaterdag heeft Klaas-Jan Huntelaar zich bij een select gezelschap topschutters in de historie van het Nederlands elftal gevoegd. De voormalige Ajacied is pas de zesde na-oorlogse international die minimaal twaalf keer scoorde in zijn eerste twintig interlands voor Oranje. Faas Wilkes (zeventien goals), Tonny van der Linden, Johan Cruijff (beiden zestien) en John Bosman (dertien) gingen hem voor.
Met twaalf goals na twintig interlands evenaart Huntelaar de tussentijdse prestatie van oud-international Dennis Bergkamp, die uiteindelijk finishte op 37 goals in 79 interlands en daarmee nog altijd de tweede plaats op de topscorerslijst aller tijden van Oranje bezet.
De huidige tussenbalans van Huntelaar is beter dan die van andere gerenommeerde topschutters uit de Oranje-historie. Zo maakte Patrick Kluivert elf goals na zijn eerste twintig optredens voor Nederland, scoorde Ruud van Nistelrooy acht keer en liet Marco van Basten zes treffers aantekenen.
Ook met zijn huidige doelpuntenmoyenne van 0,60 behoort Huntelaar tot een klein groepje goalgetters. In de laatste vijftig jaar scoorden alleen Wilkes (0,92), Van der Linden (0,71), Abe Lenstra (0,70) en Johan Cruijff (0,69) gemiddeld vaker dan de voormalige spits van PSV, De Graafschap, AGOVV Apeldoorn, SC Heerenveen en Ajax. Wat dat betreft is het jammer dat Huntelaar niet zelf de penalty benutte afgelopen zaterdag in plaats van dat over te laten aan Dirk Kuyt.