In de Arena loopt men via een trap van het veld af, een stukje door de gracht, gaat een klapdeur door en binnen leidt de eerste deur links naar de cabine van de arbiters. Loop je verder recht door dan kom je bij de kleedkamers van Ajax en de tegenstander van die dag. Op deze vierkante meters wil iedereen wel een keer sfeer snuiven. In die zone lopen helden en verslagenen door elkaar heen, je ruikt er zweet en after shave en soms is het chagrijn er van de muren te scheppen.
Hier komen ook de emoties uit een wedstrijd tot bedaren, of ze escaleren er. Dinsdagavond kregen medewerkers van de Amsterdamse club er een beetje jeuk. Ze wáren al zwaar geïrriteerd door het afkeuren van de late treffer van Suarez. Maar nadat de vierde official na verloop van tijd fris geschoren en gedoucht uit zijn hok kwam en een knipoogje uitwisselde met een functionaris van Heracles, trok het bloed weg uit de hersenen der roodwitten.
Toen de bewuste Heraclied dat voelde, zeiden de Ajacieden, werd zijn hoofd rood en keek hij een andere kant uit. Het was net zo’n knipoogje, dachten de Ajax-mensen, als scheidsrechter Van Boekel eerder had uitgewisseld met de assistent, die hem adviseerde de glaszuivere winnende goal af te keuren.
Bij Ajax hebben ze het een beetje gehad met dat geknipoog over en weer. Ze voelen zich de laatste tijd behoorlijk genaaid, zoals dat heet, door de scheidsrechters. Het is nog erger; ze voelen zich bescheten, zei Marco van Basten.
Ik ga niet beweren dat Ajax bewust een overwinning door de neus geboord is. Het gelijkspel was bovendien eigen schuld. Maar zéker na beslissende blunders kunnen arbiters dat kleffe geknipoog beter achterwege laten. Staat meteen een stuk geloofwaardiger.
Bron: AD – Column Vannijnatten