Hij kwam deze zomer als middenvelder naar zijn jeugdliefde Ajax. Maar hoofdcoach Marco van Basten plaatste hem van de spits op de tribune. Afgelopen maandag speelde hij weer met Jong Ajax, op het middenveld. De cirkel lijkt rond, maar voor Evander Sno kan het niet gek genoeg zijn, zolang hij de ploeg maar kan helpen. “Als ik op het doel moet staan, dan doe ik dat ook!”, aldus Sno tegenover Highlow.nl.
Deze zomer verraste Marco van Basten met de aankoop van de bij het Schotse Celtic overbodig geworden middenvelder. De oud-Ajacied was in de A-jeugd verstoten van De Toekomst en vond emplooi in Rotterdam. Juist, bij concurrent Feyenoord. Sno’s terugkeer op het drukke middenveld deed menig wenkbrauw fronsen. Nog groter was de verrassing toen hij opeens bij Jong Ajax als spits stond opgesteld. Met de blessure van Klaas Jan Huntelaar kreeg Sno ook bij het eerste die onwennige positie. Erg succesvol was het niet en Van Basten plaatste hem afgelopen weekend tegen Volendam zelfs op de tribune. Afgelopen maandag speelde Evander weer om wedstrijdritme op te doen bij het tweede. Op zijn vertrouwde middenveld, waar hij het een stuk beter deed. Zijn plotselinge positie in de spits had Sno zelf ook verbaasd, want iedereen verwachtte een kans voor talent Darko Bodul. “Eigenlijk was het toch wel een beetje een verrassing, ondanks dat ik bij Jong Oranje ook op deze positie heb gespeeld. Ik ben er wel rekening mee gaan houden dat ik ingezet kon worden in de spits.” Niemand hoeft kritiek te hebben op zijn functioneren als centrumspits, want hij weet zelf ook wel, dat dit niet zijn beste positie is. “Ik blijf toch een middenvelder. Ik denk dat ik daar ook het beste tot mijn recht kom”, benadrukt de Amsterdammer.