Ibrahim Afellay heeft zijn onvrede geuit over het beleid van zijn club PSV. De talentvolle aanvallende middenvelder verwijt de club een matig aan- en verkoopbeleid, en is bovendien niet te spreken over het aantal vrije dagen dat hij heeft mogen opnemen om te herstellen van het loodzware afgelopen seizoen.
“Ik heb na het EK drie weken vakantie gehad. Dat is één week te kort voor mij. Het EK is erg zwaar geweest, vooral in mentaal opzicht. Dat heb ik aangegeven,” vertelt de 22-jarige international in dagblad De Pers. “Maar de trainer vond het beter als ik er vanaf het begin bij zou zijn. Dan doe ik dat. Ik train nu één keer per dag in plaats van twee. Ik ben gekomen omdat het moet. Ik heb niet voor niets aangegeven dat ik nog een week extra nodig had.”
Aissati
Naast die onvrede is ook het vertrek van vriend en collega Ismaïl Aissati naar concurrent Ajax hem een doorn in het oog. “Dat vind ik doodzonde,” aldus Afellay. “Je hoeft geen verstand van voetbal te hebben om te zien dat Ismaïl uitzonderlijke kwaliteiten bezit. Nu speelt hij bij de concurrent. Ik heb er geen woorden voor.”
“Dan zullen ze wel weer zeggen: daar heb je hem weer, omdat hij mijn maatje is. Maar ik vind het pure kapitaalvernietiging.” Of de komst van spelers als Andreas Isaksson, Nordin Amrabat, Erik Pieters en Jérémie Brecht voldoende zal zijn om het gemis van spelers als Aissati, Farfán en Gomes op te vangen, waagt de achtvoudig international te betwijfelen.
“Ik hoop dat er her en der nog wat bijkomt. Ik verwacht dit seizoen veel van mezelf, maar ook veel van anderen.” Op de vraag welke spelers de Eindhovenaren nog sterker zouden kunnen maken wil hij niet antwoorden. “De clubleiding gaat daarover.”