Nog één keer zal ik terugkomen op mijn besluit om de opdracht van een technische reorganisatie van Ajax aan de ledenraad terug te geven. Ik wil nogmaals benadrukken dat er sprake is van alleen een zakelijk verschil van inzicht tussen de toekomstige technische staf en mij. Daarom slaat het verwijt dat ik eerst om rust rond de club gevraagd zou hebben en dat nu zelf aan m’n laars lap ook nergens op. Juist door deze stap te nemen is de rust bewaard gebleven. Er is niemand ontslagen, er is geen ruzie en er is niets geëscaleerd.
Als ik door was gegaan had ik waarschijnlijk wel risico’s genomen. Daar was niemand bij gebaat. Mijn beweegreden is simpel. Ik vind het essentieel dat er bij Ajax mensen aan het roer staan die overtuigd zijn van datgene wat ze moeten doen. Tenslotte hebben zij de leiding. Alleen waren die mensen niet overtuigd van mijn plan en dat heb ik na diverse gesprekken niet kunnen veranderen. Dan had ik mijn mening wel door kunnen drukken of allerlei compromissen kunnen bedenken, maar zo werkt het niet.
Daar zijn Marco van Basten en ik ook te veel praktijkmensen voor. De praktijk wijst nu uit dat de nieuwe trainer het met zijn eigen mensen op zijn eigen manier wil doen. Als hij dat vindt, dan moet hij dat ook doen. Dat is zijn goed recht. Alleen is het mijn goed recht om vast te houden aan mijn eigen visie. Die is richting de jeugdopleiding van Ajax heel duidelijk en daar doe ik geen concessie aan.
Het enige wat mij irriteert, is dat allerlei mensen nu ineens roepen dat ik geen plan zou hebben gehad. Dat is onzin. Ik heb juist een heel scherp plan. En wie mijn columns leest en regelmatig mijn commentaren op de televisie volgt, weet in grote lijnen wel hoe dat plan eruit ziet. Alleen is het wel cruciaal dat de drie belangrijkste mensen binnen de club dat ook naar eer en geweten gaan uitvoeren. Maar als blijkt dat die het niet met je eens zijn, dan houdt het op en moet je het niet doen. Omdat ik altijd iemand ben geweest die buiten het mooie voetbal ook altijd naar het rendement kijk. Daarom moet tijdens de uitvoering iedereen ook dezelfde weg bewandelen. Anders werkt het niet.
Intussen ga ik gewoon verder met allerlei andere zaken waar ik in geloof. Er zijn weliswaar mensen die nog altijd denken dat ik altijd aan het golfen ben. Gelukkig weet ik zelf wel beter. Na mijn carrière als speler en coach ben ik tijdens de derde fase van mijn sportleven drukdoende de sport in maatschappelijk opzicht de plaats te geven waar het recht op heeft. Met de oprichting van de foundation en het opzetten van mijn academies heb ik daar concreet invulling aan gegeven. Als ik zie hoe we met een project als de Cruyff Courts de jeugdcriminaliteit, de integratie en het overgewicht aanpakken en als ik zie dat na Nederland, Spanje en Mexico nu ook Brazilië en Argentinië ons verzocht hebben om opleidingen te verzorgen om tot betere sportbestuurders te komen, dan sta ik niet aan de zijlijn, maar nog altijd midden in de sport.
Het meest treurige van dat soort kreten is dat het onrecht doet aan al die mensen die dagelijks via de foundation en academie bezig zijn om allerlei zaken te realiseren waar uiteindelijk onze hele samenleving wat aan heeft. Vaak zijn het ook nog eens oud-topsporters die na hun eigen successen nu weer als één team opereren en bereid zijn leiding te geven aan soms heel complexe uitdagingen. Om binnen dat team goed te functioneren is het vereist dat ook ik mijn ogen goed de kost geef, om zo mijn ervaringen als speler en coach weer aan te kunnen wenden om de juiste verbanden te leggen.
Daarom weet ik echt wel waar ik het over heb.