Maarten Fontein is een optimist. Altijd al geweest en bij Ajax is dat niet veranderd. Ook niet toen de spreekkoren en ludieke acties op voorzitter John Jaakke en hem werden gericht. De algemeen directeur: „Aan de ene kant ben ik een optimist, aan de andere kant een survivor. Ik heb nu eenmaal de eigenschap om bij onrust steeds rustiger te worden.”
Maar een bizarre gewaarwording was het wel. Nota bene een week nadat hij met het aantrekken van de nieuwe hoofdsponsor Aegon (12 miljoen euro per jaar) zijn club qua shirtsponsoring wereldwijd op de zevende plaats had gezet. „Het maakt eens te meer duidelijk dat hoe goed je het op financieel en commercieel gebied ook doet, sportieve dompers desondanks op de leiding worden afgereageerd. Dat is een ervaring op zich.”
Rust bewaren
Het heeft vooral twee zaken uitvergroot: Ajax is onlosmakelijk verbonden aan prestaties en wordt tegelijk omgeven door de waan van de dag. „Daarom is het zo belangrijk dat de rust bewaard blijft. Als ik zie hoeveel er de afgelopen tien jaar op sleutelposities binnen de club is gewisseld, dan zet ik daar een groot vraagteken achter. Want hoe kan dat? Inmiddels weet ik uit eigen ervaring hoe er binnen Ajax op je in wordt gepraat. Je hebt te maken met 50.000 adviseurs, die allemaal gehoord willen worden. Dat is mooi, dat is boeiend, maar niet vergeten moet worden dat er ook buiten Ajax nog een grote wereld is.” Hij gaat daar dieper op in. „Door al die meningen en invloeden is er het gevaar van eilandvorming. Daarbij wordt ook afstandelijk gereageerd op veel wat van buiten komt. Dat moet veranderen. Ajax moet een solide, maar tegelijk een dynamische proforganisatie zijn, waarbinnen een warm clubgevoel heerst. Vanuit die basis moeten we ons blijven vernieuwen en zo het klimaat scheppen voor een nieuwe historie.”
Dan: „Na mijn lange verblijf in het buitenland valt het me op hoe iedereen hier op elkaar zit. Terwijl bijvoorbeeld in Azië iedereen met groei bezig is en daarvoor de krachten bundelt. Daarom is het zonde dat we in Nederland zoveel kostbare tijd verliezen. Al die kritiek ook op iemand als Marco van Basten, terwijl hij gewoon resultaten boekt en Nederland zo internationaal op de kaart houdt. In het buitenland zou hij hiervoor op handen worden gedragen. Of de kritiek op onze voorzitter John Jaakke. Alsof hij er wat aan kan doen dat die penalty er tegen Praag niet in gaat.” Het heeft zijn denken en handelen richting Ajax bepaald. Het resulteerde onder meer in het Beleidsplan 2006-2011, waarin vijf strategische beleidshoekstenen zijn opgenomen:
* Het scheppen van een topsportklimaat binnen de club Ajax
* De jeugdopleiding ontwikkelen van puur voetbaltalent naar Europees topniveau op basis van talent, intelligentie en karaktervorming. Circa 50% moet uit de eigen opleiding komen
* Een gezonde bedrijfsvoering vanuit vijf omzetkanalen: voetbal, sponsoring, media, merchandising en transfers
* Een clubcultuur van saamhorigheid, vriendschap en clubliefde, op basis van normen, waarden en normale omgangsvormen
* Exploiteren van het merk Ajax met een jeugdopleiding buiten Nederland en strategische sponsorpartnerships.
Het Beleidsplan zit inmiddels in het tweede jaar. Fontein: „Als je de tussenstand van onze toekomstvisie opmaakt, dan zie je dat we financieel en commercieel voor op het schema liggen, maar sportief blijven we daar nog bij achter.”
Daarmee zijn we op een heikel punt beland. De woede hierover richt zich dan wel op de algemeen directeur, maar in hoeverre is hij verantwoordelijk voor het technisch beleid? Fontein: „In het algemeen vindt de besluitvorming plaats op directieniveau, statutair op basis van meerderheid van stemmen, waaronder de stem van de algemeen directeur. Als de algemeen directeur een besluit niet steunt, dan kan hij zijn standpunt voorleggen aan de raad van commissarissen. Ten aanzien van pure voetbalzaken is technisch directeur Martin van Geel leading, maar in de praktijk worden beslissingen gezamenlijk genomen op basis van consensus. Besluiten van grote omvang dienen door de raad van commissarissen te worden bekrachtigd.”
Geen probleem met commissie
Deze verduidelijking kan geen kwaad, nu een onderzoekscommissie bezig is met de afronding van een onderzoek naar het bestuursmodel van Ajax en het beleid van de laatste tien jaar. Inmiddels is al uitgelekt dat de kritiek op de clubleiding in het algemeen en de technisch directeur in het bijzonder niet mals is. Fontein: „Als algemeen directeur val ik onder de raad van commissarissen, terwijl de commissie het resultaat is van een afspraak tussen het clubbestuur en de ledenraad. Als directie waren we daar niet bij betrokken, maar op zich heb ik geen probleem met de commissie.”
Hij gaat er dan toch dieper op in: „Ik heb al aangegeven dat het aantal mutaties op sleutelposities binnen de club me heeft verbaasd. Het is een veeg teken. Nu is er in 2006 een 5-jarenplan aangenomen, dat door iedereen binnen de club breeduit werd gedragen. Moet je daar na anderhalf jaar al op afgerekend worden? Realistisch gezien kan dat eigenlijk niet. In principe kunnen wij pas over 5 jaar daarop afgerekend worden, terwijl het ook vrij normaal is dat je halverwege bekijkt hoe je ervoor staat. Maar na ruim een jaar…”
Door de sportieve dompers werd de clubleiding vooral de laatste tijd vaak in de verdediging gedrukt. Terwijl volgens Fontein de plannen toch heel bijzonder zijn. „Tijdens de besprekingen met Aegon stond steeds centraal hoe we elkaar konden versterken. Zo is Aegon een global player met een locale naam, terwijl het bij Ajax precies andersom is. Met de ene z’n kracht proberen we nu de ander te versterken. In de schaatssport heeft Aegon bijvoorbeeld te maken met een familiaire sfeer. Daardoor is er tussen de sport, supporters en het bedrijf een band ontstaan. Die ervaring kan ook op Ajax overgedragen worden. Zoals dat een partner betaamt.”
De financiën zijn dan wel tot 2011 gewaarborgd, maar wat is een club met veel geld en zonder prestaties? „Dat kan ook niet en dat gaat ook niet gebeuren. De afgelopen periode heeft duidelijk gemaakt dat hoe goed je op allerlei vlakken ook werkt, het allemaal van tafel wordt geveegd als het in het veld niet klopt. Dus moeten we ons blijven fixeren op puur het voetbal en ons daar met spoed zien te verbeteren.”
Het sleutelwoord daarvoor is groei. Waarbij Ajax enerzijds zich qua opleiding in eerste instantie op de vaderlandse markt richt, om anderzijds via het buitenland het imago te versterken om zo de hoge sponsorinkomsten te kunnen garanderen. Fontein: „Zo bleek Aegon enorm aangetrokken te zijn door Missie Kaapstad, een project waarin we de sport en maatschappelijke verantwoordelijkheid samen laten vloeien. Een lijn die we in een andere variant richting China hebben doorgetrokken, waar we betrokken zijn bij projecten van de Chinese voetbalbond en Beijing Guoan FC. Daarbij spraken de feiten van Zuid-Afrika in ons voordeel, omdat daar het bewijs is geleverd dat we niet alleen komen halen, maar ook teruggeven. Met als gevolg dat Ajax Cape Town niet alleen koploper is in de Zuid-Afrikaanse profcompetitie, maar inmiddels vier spelers aan het nationale elftal levert en als organisatie hét voorbeeld voor heel Afrika is. Deze ontwikkeling straalt inmiddels op Ajax af en heeft ons ook al complimenten van zowel de FIFA als UEFA opgeleverd.”
De slogan
Dus lokaal optimaal presteren en internationaal stevig groeien. Dé slogan voor de wereldburger, die woonde en werkte in Australië, Turkije, Zweden en China en daardoor geleerd heeft in het groot te denken. Fontein: „Bij Ajax past een ambitie en die is om elk jaar mee te strijden voor het kampioenschap en Europees mee te blijven tellen. Daarvoor is een financiële groei nodig van gemiddeld 6% per jaar. Ik zou niet weten waarom we dat niet zouden kunnen halen.”
Dan tot slot: „Als we het toch over groei hebben. Dat is als Zuid-Afrika het WK in 2010 opent met jongens van Ajax Cape Town, terwijl Nederland een dag later ook met Ajacieden speelt. Twee keer Ajax, van twee verschillende continenten en op het allerhoogste niveau. Er is nog geen club in de wereld die dat voor elkaar gekregen heeft.”
Bron: De Telegraaf