Wesley Sneijder speelt nu dan wel bij Real Madrid, maar hij blijft zijn oude club Ajax met speciale belangstelling volgen. De Champions League-uitschakeling tegen Slavia Praag, is Sneijder dan ook niet ontgaan. De middenvelder baalt als een stekker dat Ajax er opnieuw niet in is geslaagd om het kampioenenbal te bereiken.
“Ik ben en blijf Ajacied. Ik vind het heel erg dat het tegen Slavia Praag weer niet is gelukt. Ik heb na die wedstrijd gebeld met Jaap Stam, John Heitinga en Alfons Groenendijk. Ik snap er ook niets van dat het steeds niet lukt. Ik voel me echter niet schuldig. Ik moest verder en het zou wel heel slecht zijn wanneer een club als Ajax afhankelijk is van één speler. Dat mag niet en dat is ook niet zo”, zegt Sneijder.
Slaat helemaal nergens op
Sneijder bereidt zich momenteel voor met Oranje voor de confrontatie van zaterdag tegen Bulgarije. Rond het trainingskamp zwermen hordes Spaanse journalisten rond. Ze hebben geen oog voor Ruud van Nistelrooij, vorig jaar toch topschutter van Spanje, of de onlangs naar Sevilla overgestapte Khalid Boulahrouz. Ze zijn er alleen voor Sneijder, die ze eerder deze week in een adem met Bernd Schuster, David Beckham, Alfred Di Stefano en zelfs Diego Maradona noemden. “Dat slaat natuurlijk helemaal nergens op”, beseft Sneijder na drie doelpunten in twee competitiewedstrijden. “Laat mij nu maar eens een paar jaar achter elkaar goed presteren. Hoe kan je nu iemand met de beste voetballers van de wereld vergelijken wanneer je pas twee competitieduels hebt gezien? Dus als het zo misschien slecht gaat, kan ik er zeker weer helemaal niets meer van.”