Nigel de Jong trok halverwege vorig seizoen weg uit ‘zijn’ Amsterdam om zijn heil elders te zoeken. De kleine middenvelder miste het vertrouwen in de hoofdstad, en toog in het kielzog van maatje Rafael van der Vaart naar Hamburger SV, om het geluk in de Duitse Bundesliga te gaan beproeven. Nu, iets meer dan een jaar later, doet hij in Metro een boekje open over zijn reilen en zeilen in de Duitse havenstad en kijkt hij terug naar Ajax en vergelijkt hij beide clubs. De Jong, die zijn gehele jeugdopleiding doorliep bij Ajax, kijkt me gemengde gevoelens terug op zijn periode in het eerste elftal.
,,Ajax is mijn club, maar het is een stuk killer dan hier (in Hamburg, red.). De mensen bij HSV hebben een hechte, familiaire band met elkaar. Over het algemeen zijn Duitsers plezierige mensen,” zo meent de 22-jarige Amsterdammer, die morgen naar verwachting in de basis zal beginnen tegen Slovenië.
Toch ziet Nigel ook de positieve kanten van zijn voormalige club: ,,Ajax is op professioneel gebied verder. Dat merk je ook als je in de kleedkamer komt. Bij Ajax hebben ze kuipstoeltjes en mooie kluisjes, terwijl er hier nog houten banken in de kleedruimte staan. Op zich heeft dat ook wel weer zijn charme,” aldus De Jong.
In Duitsland kreeg De Jong te maken met een fenomeen waar hij, als exponent van de bewierookte Amsterdamse jeugdopleiding, nog nooit eerder mee in aanraking was geweest: degradatievoetbal. De ploeg staat er dan ook nog steeds slecht voor in de Bundesliga (veertiende plaats), maar toch laat De Jong weten er alle vertrouwen in te hebben dat hij ook het volgend seizoen op het hoogste niveau zal acteren.
Een bijzondere rol is hierin weggelegd voor de nieuwbakken coach, Huub Stevens, die enkele maanden geleden het roer overnam van Thomas Doll: ,,Stevens hamert weer op de basis. Eerst functioneel voetballen, daarna komt pas het mooie voetbal. Je ziet dat het werkt. HSV degradeert niet,” laat hij tenslotte zelfverzekerd optekenen.
