Ajax treedt donderdagavond tegen Austria Wien (zie voorbeschouwing) aan met zes of zeven voetballers die uit de eigen opleiding komen. Daarmee voldoet de club aan een van de doelstellingen zoals die in het beleidsplan zijn vastgelegd. In het beleidsplan van Ajax staat dat minimaal de helft van het aantal voetballers in de A-selectie uit de eigen jeugdopleiding afkomstig moet zijn. Van de zesentwintig spelers – van wie Robbert Schilder en Emmanuel Boakye zijn verhuurd aan Heracles – hebben er veertien hun opleiding bij Ajax genoten.
,,Ik heb me niet verdiept in de situatie bij andere clubs,” zegt technisch directeur Martin van Geel. ,,Maar zover ik weet, is dat uniek in Europa.” In de laatste competitiewedstrijd tegen Heerenveen (2-0 winst) verscheen Ajax met zeven spelers uit de eigen kweek aan de aftrap. Tegen Feyenoord (4-0) waren dat er zes en tegen FC Groningen (3-2) zelfs acht.
Hoe anders was de situatie eind 2004. Voor de uitwedstrijd tegen Willem II poogde de toenmalige Ajax-trainer Ronald Koeman orde te scheppen in de deels door hem zelf gecreëerde chaos en zette hij op één na (Rafael van der Vaart) alle jeugdspelers naast het elftal. Het was het begin van het einde voor Koeman. Zijn opvolger Danny Blind koos onverwijld voor het eigen talent, maar als één ding duidelijk werd in het dramatische seizoen 2005/2006 – ondanks het winnen van de play-offs en de KNVB-beker – was het dat de jeugd het niet alleen kan.
Stam
Met het aantrekken van Jaap Stam deed Ajax een gouden greep. Zoals ook de Spanjaarden Gabri en Roger, voor wie de huidige trainer Henk ten Cate zich sterk maakte, van toegevoegde waarde zijn. Vanwege hun voetbalkwaliteiten, karakter, (levens)ervaring en hun onkreukbare houding als profvoetballer.
Er is een klimaat ontstaan waarin de jongeren zich beschermd weten en gesterkt voelen door de mensen om zich heen. Ten Cate bewaakt de lijn in de spelersgroep, de technisch directeur bewaakt de grote lijnen binnen de club. Van Geel: ,,Als wij de selectie willen aanvullen, kijken we eerst in de eigen opleiding, daarna eventueel naar Nederlandse spelers bij andere clubs en vervolgens pas over de grens.”
Moeilijkheidsgraad
Het heeft alles te maken met de hoge moeilijkheidsgraad van het spelen bij Ajax. Voetballers van buiten hebben vaak moeite er te slagen. Van Geel: ”Het altijd maar de beste willen zijn, móeten zijn. Daar moet je tegen kunnen. Bovendien worden eisen gesteld aan de manier van voetballen: dominant, aantrekkelijk. Onze jeugdspelers groeien daarmee op.”
Daarnaast streeft Ajax ook een ideële doelstelling na, zegt Van Geel. ,,We leiden niet alleen op voor Ajax, maar ook voor het Nederlandse voetbal. Het is in het belang van ons allemaal dat clubs blijven investeren in jeugdspelers. Als het kán, stellen wij die spelers ook op. Maar het mag niet ten koste gaan van een hogere doelstelling: elk jaar meedoen om de prijzen.”
Bron: Het Parool
