De F-side, de fanatieke supporterschare van Ajax, viert zaterdagavond bij de wedstrijd tegen FC Groningen het dertigjarig bestaan. De harde kern Ajax-supporters kent een roerige geschiedenis. Vandaag in Het Parool het verhaal.
Dat het begrip F-side ooit nog eens het Van Dale woordenboek zou halen, had waarschijnlijk niemand in tramlijn 9 op 3 oktober 1976 gedacht. De naam ontstond na de wedstrijd Ajax-FC VVV, omdat hij Engels is – de Engelse supporterscultuur was het voorbeeld voor de supporters in vak F in stadion De Meer – en stoer en agressief klonk.
Een naam kiezen is één ding, je naam vestigen wat anders. Dankzij ludieke acties, vernielingen en rellen wist heel Nederland al snel wie de F-side was. Voor de fanatieke Ajax-aanhang een symbool van macht en provocatie, voor ieder ander het stereotype beeld van alles wat er niet deugde aan voetbalsupporters.
Klaas Wilting, voormalig politiewoordvoerder, over de F-side: ”Ratten waren het, geen voetbalsupporters.”
In de jaren zeventig waren voetbalclubs en overheid niet voorbereid op de harde kern en de groeiende rivaliteit tussen supportersgroepen van verschillende clubs. De F-side maakte er dankbaar gebruik van. Spandoeken, spreekkoren, het op het veld gooien van voorwerpen (van toiletrollen tot varkenspoten), vernielde treinen en rellen tegen de vijand, de aanhang van de tegenstander en de politie, zetten de groep op de kaart.
Om het vandalisme en voetbalgeweld aan te pakken traden partijen in de jaren tachtig in overleg met de supporters. De F-side kreeg een eigen honk onder vak F. In ruil daarvoor wilde Ajax een normaal verloop van de thuiswedstrijden. Dat mislukte: het honk diende ook als opslag voor onder meer vuurwerk en eieren.
”Als ons iets dwarszit, uiten wij dat heel direct. Wij zijn geen mensen die brieven schrijven of opbellen.” Chinees, F-sider.
Een jaar later volgde een dieptepunt toen in de Europacupwedstrijd tegen Austria Wien de F-side de aanstaande uitschakeling afreageerde door met metalen staven te gooien. Een daarvan raakt de keeper van Austria en Ajax werd een jaar uitgesloten van Europees voetbal.
Ajax voorzag daarna vak F van een metershoog hekwerk en een net. Veel oudere F-siders, die de dienst uitmaakten, verkasten naar vak M. Niet iedereen kon of wilde mee en de F-side viel uiteen in een oude garde en een nieuwe generatie jongeren. Bij de verhuizing naar de Arena in Zuidoost zat de F-side verspreid over het stadion. Via een zelf opgezette actie werd de fanatieke aanhang later weer herenigd op de Zuid-tribune.
Joark, F-sider: ”Zodra de wedstrijd was afgelopen, begon onze competitie. Tegen de andere supporters en dan maar zo veel mogelijk publiciteit scoren.”
De dood van Carlo Picornie op 23 maart 1997 in de veldslag met Feyenoord-hooligans bij Beverwijk, was het grootste dieptepunt in de historie van de F-side. Een onderzoek van justitie – dat de F-side zag als een criminele organisatie – vergrootte de interne onrust. De beschuldigingen waren uiteindelijk niet hard te maken.
In 2002 verscheen het boek F-side is niet makkelijk, een zelfgeschreven geschiedenis van de voetbalsupporters. Daarna ging ook na lang touwtrekken het nieuwe supportershonk bij de Arena open. Na rellen bij wedstrijden werd het twee keer tijdelijk gesloten en in 2005 ging het na brandstichting in vlammen op. In een nieuw honk werd opnieuw een poging tot brandstichting gedaan. Het vermoeden was dat aanhangers van ADO Den Haag hierachter zaten. Als wraakoefening overviel begin dit jaar een groep Ajax-hooligans het supportershome van ADO.
F-sider Sven: ”Het is altijd vergankelijk, mensen komen en gaan, maar ze kunnen de F-side nooit meer uitroeien. Ajax is een grote club en daar hoort een harde kern gewoon bij.”
Voor dit artikel is onder meer gebruik gemaakt van het boek ‘F-side is niet makkelijk!’ van R. Pieloor.
Bron: Het Parool
http://www.parool.nl/sport/2006/OKT/101406-2.html