Ajax heeft op simpele wijze de volgende ronde van het KNVB bekertoernooi bereikt. JOS Watergraafsmeer kon het de eerste vijftien minuten nog bijbenen maar daarna brak Ajax de ban. Arek Milik was de opvallendste Ajacied in het Olympisch Stadion. De spits scoorde zes keer en bereide ook nog eens twee doelpunten voor.
Klik hier voor het fotoverslag van deze wedstrijd
De eerste helft was 22 minuten oud toen Ajax de score opende. Milik onderschepte een uittrap van keeper Dijkstra en maakte de 0-1. Ajax dat op veel plaatsen gewijzigd was kon niet echt vat op de wedstrijd krijgen, maar het was Lucas Andersen die uit een knappe solo de 0-2 aantekende. In de 26ste minuut was het opnieuw Milik die doel trof en dat was tevens de ruststand.
In de tweede helft bracht Frank de Boer debutant Queensy Menig in het veld. De rappe buitenspeler greep zijn kans en was verscheidene keren een gevaar voor de verdediging van JOS. Diederik Boer was vanaf de start een debutant bij Ajax. Bovendien vierde de keeper zijn 34e verjaardag. In de 64ste minuut bracht Milik de stand op 0-4 en bereide hij de 0-5 van Ricardo Kishna voor. Daarna was het de beurt aan Queensy Menig. Traditiegetrouw scoorde de jonge Ajacied zijn eerste doelpunt in het eerste elftal van Ajax. In het vervolg van de wedstrijd liet Milik zien waarvoor Ajax hem heeft gehuurd. Binnen drie minuten bepaalde hij de eindstand op 0-9 en gaf hij zijn visitekaartje af aan trainer Frank de Boer.
JOS – Ajax 0-9 (0-3)
22. Arek Milik 0-1
24. Lucas Andersen 0-2
26. Arek Milik 0-3
64. Arek Milik 0-4
66. Ricardo Kishna 0-5
70. Queensy Menig 0-6
87. Arek Milik 0-7
88. Arek Milik 0-8
89. Arek Milik 0-9
Scheidsrechter: Gözübüyük
Toeschouwers: 5000
Opstelling JOS: Dijkstra, Damasco, De Bruijne, Van Mettelen, Piket, Bussman, Bossman, Bekker, Renger, Lokken, Ter Haak
Opstelling Ajax: Diederik Boer; Ricardo van Rhijn(/’58 Ruben Ligeon), Mike van der Hoorn, Stefano Denswil, Jairo Riedewald(/’66 Thulani Serero); Davy Klaassen(/’46 Queensy Menig), Nick Viergever, Lerin Duarte; Ricardo Kishna, Arek Milik, Lucas Andersen.
Tekst: AjaxFanzone