Cruijff laakt opnieuw tactiek van 2 controleurs op het middenveld

Johan Cruijff heeft in zijn column opnieuw zijn ontevreden geuit over spelen met 2 controleurs op het middenveld, wat bij Ajax zowel in de A-selectie als bij Jong Ajax veelal gebeurd. Behalve dan zondagmiddag in de ArenA. Van Basten liet zijn ploeg in de punt naar achteren spelen met dus twee aanvallende middenvelders naar voren. Lindrgen speelde voor de verdediging en Emanuelson en Gabri als vooruit geschoven middenvelders. Lees de column van Cruijff hieronder:

Uit de twee toppers in de eredivisie is alleen Feyenoord als verliezer achter gebleven. AZ hield het ruime gat met PSV, dat weer het zelfvertrouwen opvijzelde door een 2-0 achterstand goed te maken, en Ajax haalde door de 2-0 overwinning ook de druk wat van de ketel. Dat is dus allemaal redelijk positief.

Helaas gold dat niet voor het niveau van de wedstrijden. Ik blijf erbij dat dit in de hand wordt gewerkt door de keuze voor twee controlerende middenvelders, waardoor je ook zomaar in de problemen kan komen zodra de tegenstander druk gaat zetten. Omdat je dan een extra aanspeelpunt mist, kom je er voetballend gewoon niet uit.

In zo’n situatie is de back meestal de vrije man, waardoor de basisfout in de hand wordt gewerkt dat hij niet in de opbouw wordt gebruikt, maar in de aanval. Een essentieel verschil. Dat ook in de uitvoering duidelijk wordt, omdat de back nauwelijks de bal kan inspelen en daardoor vaak voor een lange trap kiest. Zo lever je voetballend in en geef je de controle uit handen.

Zo werkt het in een situatie dat de tegenstander zich terug laat vallen en zelf weinig risico neemt. Zodra dat wel gebeurt, omdat jij bijvoorbeeld op voorsprong gekomen bent, dan zou je normaal gesproken een voordeel moeten hebben, omdat er meer ruimte ontstaat. Alleen blijkt in de praktijk dat dit voordeel een nadeel in de hand werkt. Omdat je de boel niet controleert, aanspeelpunten mist en zowel technisch als tactisch tekort komt, kan een ’wanhopige’ tegenstander je toch in de problemen brengen. Dat zag je ook afgelopen woensdag tijdens Tunesië-Nederland. Aanvankelijk had de ploeg de wedstrijd prima onder controle. Tot het moment dat de Tunesiërs even druk gingen zetten. Door de posities van de spelers in het veld kwam Nederland ineens in de problemen, omdat bij het uitverdedigen twee linies in één waren opgegaan. Daardoor bestond de zogenaamde derde man niet meer. Goed positiespel kun je dan op je buik schrijven.

Daarom is het ook zo opvallend dat de enige ploeg die niet zo speelt, op dit moment mooi voetbal aan resultaat weet te koppelen. Daardoor kon Barcelona een 2-0 achterstand tegen Betis Sevilla eigenlijk moeiteloos goed maken.

Omdat ze alle posities goed bezetten, zie je meteen het voordeel voor Barcelona als de tegenstander veel ruimte weg geeft. Maar zodra er massaal verdedigd wordt, is Barcelona ook in staat om, dankzij het sterke positiespel, het technisch/tactische voordeel in de kleinere ruimten nog efficiënter uit te buiten. Dat bleek weer in Sevilla. In de tweede helft noteerde de ploeg liefst zestien doelpogingen en alleen dankzij de in topvorm verkerende keeper van Betis zou het uiteindelijk bij 2-2 blijven.

Maar het belangrijkste was vooral, dat opnieuw het grote voordeel van deze manier van voetballen was bewezen. Ooit het handelsmerk van Nederland, inmiddels zijn we hard bezig om net zo te worden als de rest. Jammer.

Related posts