De komt van Bruno Silva naar Ajax, halverwege het seizoen, en de wijze waarop de transfer tot stand kwam, zeggen veel over het technische beleid dat Ajax voert. Nu het regent in Amsterdam wordt het dak in allerijl en provisorisch gerepareerd.
Terug naar de zo roerig verlopen vorige transferperiode, vorige zomer, toen Ajax zich opmaakte voor de Champions League-kwalificatie. Het vertrek van Ryan Babel, Kenneth Perez en Tom de Mul deed zich voelen, maar het waren vooral de late transfer van Wesley Sneijder en de beenbreuk van Edgar Davids die intern voor de nodige hoofdbrekens zorgden.
De toenmalige trainer Henk ten Cate pleitte voor de komst van een volwaardige vervanger van Davids. De naam van Orlando Engelaar (FC Twente) viel, maar technisch directeur Martin van Geel vond dat Ten Cate met Jan Vertonghen en Robbert Schilder voldoende alternatieven voorhanden had. Nu Davids weer fit is – vijf maanden en veel sportieve katers later – heeft Van Geel zich alsnog in Enschede gemeld voor Engelaar.
Geen geld nodig?
Van Geel wilde een bod uitbrengen, maar hij kreeg nul op het rekest van Joop Munsterman, voorzitter van FC Twente. ”Van Geel vroeg nog: ‘Hebben jullie dan geen geld nodig?’ Waarop ik zei: ‘Nee!’ ” aldus Munsterman.
En zo zijn er de voorbije maanden heel wat deuren voor de neus van Ajax’ technisch directeur dichtgeslagen. Pogingen om Steven Defour (Racing Genk), Luka Modric (Dinamo Zagreb), Albert Riera (Espan-yol), Rafael van der Vaart (HSV), Ismaïl Aissati (PSV) en Denny Landzaat (Wigan Athletic) naar Amsterdam te halen, liepen spaak. Het lukte Feyenoord wel om Landzaat aan te trekken.
”De middelen om ons te versterken zijn er,” benadrukte Ajax-voorzitter John Jaakke twee weken geleden in zijn nieuwjaarsspeech. ”En dat zullen we doen ook, want wij vinden dat het kapitaal op het veld hoort te staan.”
De eerste sanering die Van Geel bij Ajax doorvoerde, leidde de club vorig seizoen bijna naar het kampioenschap, maar verkopen gaat de club op dit moment beter af dan kopen, met alle gevolgen van dien.
Urzaiz
En van de spelers die vorige zomer naar Ajax kwamen, is pinchhitter Ismael Urzaiz volledig uit beeld geraakt, net als de langdurig geblesseerde Laurent Delorge. Kennedy Bakircioglü maakt de verwachtingen (nog) niet waar en grootverdiener Albert Luque zit meestal naast Dennis Rommedahl en Jurgen Colin op de bank.
Luis Suárez heeft als enige zijn draai gevonden, maar niemand (en zeker in Groningen niet) is de door de speler aangespannen arbitragezaak die aan de overgang vooraf ging, vergeten. Silva is nu ook verkast van Groningen naar Ajax. De rechtsback forceerde de transfer door werk te weigeren nadat zijn club hem in eerste instantie aan zijn contract had willen houden.
Het geeft vooral aan hoe wispelturig Ajax is. Transfers dienen te worden ‘voorgekookt’ om ze goed en geruisloos te kunnen afhandelen. Daar is visie voor nodig, want wie vooruit regeert, heeft tijd om lijntjes uit te gooien en in de vooronderhandelingen plooien glad te strijken. En als die tijd er niet is, is een bepaalde Beenhakkeriaanse handigheid of een netwerk als dat van Guus Hiddink vereist om de selectie op niveau te houden.
Van Geel zei zich echter ‘machteloos’ te voelen toen Real Madrid zich meldde voor Sneijder, toen Davids zijn been brak, toen Ten Cate een aanbieding van Chelsea kreeg en toen Jaap Stam stopte. Maar bij Ajax wordt niet gevraagd naar de gemoedstoestand van de technisch directeur – oplossingen moeten er komen.
Perez
Behalve Silva haalde Van Geel eind december Perez terug voor hetzelfde bedrag als waarvoor de Deen een half jaar eerder aan PSV werd verkocht. Maar in dat half jaar heeft Perez wel meegeholpen een concurrent in de titelstrijd aan de kop van de ranglijst te brengen.
Drie punten staat Ajax achter PSV. Er is de club veel aan gelegen kampioen te worden, maar kán dat met een selectie met slechts vier pure verdedigers (John Heitinga, Thomas Vermaelen, Colin en de geblesseerde Gregory van der Wiel), drie rechtsbacks (Silva, George Ogararu en Colin), twee ‘gemaakte’ linksbacks (Vertonghen en Emanuelson) en een handvol linksbuitens?
Bron: Het Parool
